ALGEMENE TIPS
Maak een lijst van je mee te nemen visspullen voor een viswedstrijd. Hiermee zorg je ervoor dat je niets vergeet. Niets is zo lastig als te merken dat bepaalde spullen nog thuis liggen.
Uitpeilen van je visplaats moet zeer nauwkeurig gebeuren, peil op meerdere plaatsen uit. Het puntje van de dobber moet juist uit het water te zien zijn. Indien goed uitgepeild en je verwacht brasem dan is het vaak noodzakelijk om tenminste een centimeter of 10 maar liever nog ruim 25 centimeter op de grond te gaan vissen.
Zwevend vissen: schuif dan niet met de dobber maar met het onderste loodje van de lijn of onderlijn hierdoor zal het aas over de bodem gaan zweven en dit is op bepaalde momenten ideaal om een vis te vangen.
Koop een kleine visteller en maak hem vast aan je visplateau. Je kunt dan altijd aflezen hoeveel vis je gevangen hebt.
Heb je toevallig een haakje in de vinger gekregen, knip dan het gedeelte met de punt en de weerhaak af met een tangetje. Trek nu de haak voorzichtig terug. Het is maar een weet.
Laat nooit rommel, vissnoer, blikjes en andere dingen achter aan de waterkant. Vogels kunnen in het oude vissnoer blijven hangen en zich verwonden. Denk dus hieraan!
Steek een rolletje pedaalemmer vuilniszakjes in je vistas, het kost bijna niets, het neemt geen plaats in en is handig om je vuilnis terug mee te nemen naar huis.
Luchtdrukveranderingen hebben invloed op vissen. Zij worden dan passief. Een passieve vis zal niet bijten, omdat hij op dat moment geen interesse voor voedsel heeft. Zijn houding is dan naar de bodem gericht. Af en toe een blik op de barometer kan al een goede vangstverwachting of juist een slechte aangeven.
Ook vissen bouwen in de loop van hun leven een bepaalde levenservaring op. Oudere vissen kunnen bijvoorbeeld beter jagen, de jonge vis jaagt nog op zijn instinct. Ook voelt de oudere vis de ongunstige en gunstige factoren van het weer beter aan dan de jongere vissen.
Zelfvertrouwen is het belangrijkste punt om "lekker" te kunnen vissen. Zelfvertrouwen en daarmee ervaring komt natuurlijk met de jaren, maar ook wanneer je nog niet zo lang vist, is het beter om vertrouwen in je uitgestippelde plan te hebben dan te gaan twijfelen. Rustig blijven en weten wat je doet, is het devies!
Voor het brasemvissen vis je met je onderlijn een flink stuk op de bodem. Na het instellen van de dobber op precieze bodemdiepte, schuif je de dobber zo'n 20 à 30 cm omhoog. Dan ligt je onderlijn volledig op de bodem. bij winderig weer of bij onderstroming kan je de lijnmontering beter "verankeren" door op de onderlijn een klein loodhageltje te knijpen. Dat heeft geen effect op de dobber.
DE BICKEVISSERS
Vistips en trucs