DE BICKEVISSERS
Vissoorten
Vissoorten
BLANKVOORN (Ritulus ritulus)
Max. lengte: 30 cm
Max. gewicht: 1 kg
Max. leeftijd: 15 jaar
De blankvoorn is een langwerpige vis. Hij heeft geen torpedovorm omdat de rug enigzins rond is.
De bek is eindstandig, zijn bovenlip steekt iets vooruit, typisch voor een vis die op de bodem aast.
De kleur van het lichaam is op de rug donker met een glans van blauw en groen.
Naar de buik toe wordt de kleur steeds lichter. De vinnen zijn oranjerood en hij heeft typisch rode ogen.
De bovenste rand van de rugvin zit precies boven de basis van de borstvin.
De mannetjes hebben zoals alle karperachtigen witte knobbeltjes op de kop tijdens de paaitijd.
De blankvoorn is ruim verspreid in Europa. Hij geeft de voorkeur aan trage rivieren en stilstaande wateren, maar komt ook voor in snelstromende wateren. Het is een tolerante vissoort die zelfs wordt aangetroffen in tamelijk vervuild water. Lage zuurstofconcentraties worden goed verdragen.
Het paaien gebeurt in ondiep water, vlakbij de waterkant, ergens tussen april en juni.
Ze zetten hun kuit en hom af op waterplanten, boomwortels, keien en kiezelsteentjes.
De blankvoorn is geslachtsrijp na twee of drie jaar.
De mannetjes zijn eerder geslachtsrijp dan de vrouwtjes.
Na 1 jaar hebben ze een lengte van 5 à 7 cm.
Kleine en heel jonge blankvoorns eten voornamelijk plankton. Naarmate ze groter worden eten ze ook algen en ongewervelde diertjes als slakken en insektenlarven (vers-de-vase).
De blankvoorn is een belangrijke schakel in de voedselketen van de vijver. Ze staan op het menu van veel roofvissen en roofvogels.